Het groene gevaar

{flike}

Door: Margie v.d. Heijden
Bron: Maandblad van Ons Natuurgenot, Gouda

Het huis lag prachtig in een groot bos aan de Beneden-Suriname rivier vlakbij het Brokopondo stuwmeer. Aan de achterkant van het bos lag een klein meer en ook door het park heen liep een klein stroompje. Over dit stroompje lag een bruggetje, waar we dagelijks meerdere keren overheen gingen. Op een dag riep mijn man Jan: “kijk wat een mooie slang”. Nou ik kan je vertellen dat het best even duurde voordat ik de slang tussen de bladeren ontdekte. Helemaal opgaand in zijn omgeving lag een Chironius exoletus me met zijn grote donkere ogen op te nemen. Deze slang wordt ter plekke papegaaislang genoemd, maar ik betwijfel of dit de juiste benaming is.

De Chironius exoletus is een lange groenachtig/bruine slang met een gele kin en hals. Ze kunnen een lengte bereiken van zo’n 1,5 meter lang, waarbij het vrouwtje iets langer wordt dan het mannetje. Bij de jonge dieren is het groen nog niet zo sterk ontwikkeld, waardoor ze meer bruin zijn van kleur. In totaal zijn er 21 soorten Chironius. Allen komen uit de familie van de gladde slangen (Colubridae) en komen voor in grote delen van Midden- en Zuid-Amerika. Ze leven vooral in primaire of secundaire regenwouden maar ze zijn ook wel eens waargenomen op akkers en zelfs op wegen.

Het is een typisch dagdier. ’s Nachts slaapt hij op struiken of in bomen tot zo’n 5 meter hoog, meestal in de nabijheid van water en overdag gaan ze jagen. Ze leven van boomkikkers, hagedissen en ook vogels. Zijn eigen vijand is vooral de Clelia equatoriana, een donkergrijze 2m. lange slang.

De Chionius exoletus heeft geen gifklieren en is daarom ook onschadelijk voor de mens. Hij staat wel bekend om zijn onaangename karakter en probeert regelmatig mensen aan te vallen en te bijten. Iets wat we nog niet wisten toen we deze prachtslang filmde en fotografeerde en daarom heel dichtbij hem durfde komen. Gelukkig heeft hij ons niet gebeten. Na een tijdje verveelde we hem en gleed hij weer weg tussen de bladeren waarna we hem niet meer hebben gezien.