Garra flavatra

{flike}

Bron: Aquatoni Maandblad van Antoni van Leeuwenhoek, Assen

Het geslacht Garra kennen we al wel, van de “valse” Siamese algeneters Garra cambodgiensis (taeniata) en de medicinale knabbelvisjes Garra rufa. Maar het visje waar we het nu over hebben is relatief nieuw.

Garra flavatra is een algenetertje dat vanaf 2005 op de markt is. Dat heeft vermoedelijk te maken met het feit dat het visje afkomstig is uit Myanmar. Ze zijn het eerst gevonden in een ondiep gedeelte van de beek die dicht bij het dorp Leldee stroomt. Het gaat hier om een beek door bebost terrein die een bodem heeft van grind, keitjes en rotsen. Daar vindt men ze in de droge tijd in poeltjes; tijdens de moesson voert de beek meer water en stroomt deze sneller.

Garra flavatra is niet moeilijk te houden in een goed onderhouden gezelschapsbak van voldoende afmeting. Vanaf een meter is prima, maar beter is een inrichting die uitgaat van een stromend beekje, met daarin afgesleten stenen (maaskeien bijvoorbeeld), fijn zand en grind en enige keitjes. Daar kan dan nog kienhout aan worden toegevoegd. Voor de beplanting kan gebruik worden gemaakt van planten als Microsorum (javavaren), Bolbitis, en/of Anubias. Die planten kunnen op de wanden of het hout bevestigd worden.

Garra flavatra is prima geschikt voor een bak die is ingericht volgens het “hill stream” principe. Dit is een recente stroming in de aquaristiek, waarbij bakken worden ingericht als (relatief) snel stromende (berg)beekjes. In zulke bakken wordt ook voldaan aan de wens van de visjes om in schoon en zuurstofrijk water te zwemmen. Zo’n bak kan ook prettig belicht worden, want de vissen vinden het prima als er algen op de stenen groeien; die grazen ze lekker af. Zorg wel voor een goed sluitende dekruit of lichtkap; de vissen zijn anders in staat de bak uit te klimmen en dat bekomen ze slecht.

De watertemperatuur kan variëren tussen 22 en 27 graden Celsius. Bij die temperaturen worden ze wel gevonden. Mogelijk verdragen ze het ook wel iets koeler. Voor de zuurgraad voldoet water met een pH van 6,5 tot 7,5. Het water moet verder schoon en fris zijn. Met enige regelmaat verversen dus.

Hoewel de vissen algen afgrazen, hebben ze daar niet genoeg aan. Naast plantenkost eten ze ook graag muggenlarven, pekelkreeftjes en dergelijke (al dan niet uit de diepvries). En goed droogvoer en bijvoorbeeld die tabletjes voor algeneters gaan er ook wel in.

Garra flavatra zijn vreedzame visjes die ongeveer 7 – 9 cm. groot worden. Je moet ze wel in een groepje houden; eenlingen worden nogal eens chagrijnig. In een groep bepalen ze onderling een rangorde. Ze zijn ideaal voor een evenwichtig samengesteld gezelschap van beek bewonende barbeeltjes, zoals Rabora’s en Danio’s.

Veel worden ze in de aquariumwinkels nog niet gezien, maar als je ze goed gezelschap en de juiste omstandigheden kunt bieden is het wel een visje van de categorie: beleefd aanbevolen!