Zoetwatergarnalen

{flike}

Bron: Maandblad van Natuurvrienden, Zwolle

Garnalen zijn niet altijd even gemakkelijk te houden. Wie van een pijnlijk schoon aquarium houdt, waar geen kruimel vuil op de bodem mag liggen, moet geen garnalen aanschaffen. Ik heb het hier over zoetwatergarnalen. Deze diertjes behoren tot een geslacht van zo’n 2000 soorten, waarvan het grootste deel in zout water voorkomt. Er zijn echter ook diverse soorten, van transparant tot fraai gekleurd, die in zoet water leven.

Zelf heb ik momenteel garnalen die donkerbruin zijn met een beige streep over de kop, rug, staart en enkele beige stippen op de flanken. Wanneer ze hun oude huid hebben afgestroopt zijn ze feller en lichter van kleur. Juist dit wisselen van hun pantserhuid levert voor de garnalen in het aquarium problemen op en veel dieren sterven juist in deze periode. Toch is het mogelijk jaren lang plezier van deze grappige dieren te hebben.

In de allereerste plaats moeten er voldoende schuilplaatsen aanwezig zijn. Garnalen verschuilen zich graag onder stenen, stukken kienhout en dergelijke, vooral als ze pas uit hun oude huid zijn gekropen. Verder mogen er beslist geen vissen bij worden gehouden die ze steeds lastig vallen. Dan trekken ze zich terug in hun schuilplaats en ze sterven de hongerdood.

Juist tussen twee vervellingen in moeten ze goed en gevarieerd kunnen eten, omdat ze zich tijdens en na de vervelling enkele dagen tot een week verschuilen en dus nagenoeg niet eten. Wanneer ze tijdens het losstropen van hun oude pantser sterven, komt dat doordat het oude pantser niet loslaat, omdat er nog niet genoeg nieuw pantser is gevormd. Meestal is dit een gevolg van verkeerde voeding.

In de eerste plaats eten ze alle afval van de bodem; resten droogvoer, rottend plantenafval, etc. Maar, en dat is zeer belangrijk, ook dode visjes, afgestorven watervlooien en dergelijke. Ik heb gemerkt, dat wanneer de garnalen niet over afgestorven watervlooien beschikken, ze meestal het loodje leggen tijdens de vervelling. Garnalen eten ook wel levende watervlooien, maar in het algemeen krijgen ze daar te weinig van binnen, omdat ze niet snel genoeg zijn om ze te vangen.

Door de lange jaren, waarin ik regelmatig garnalen heb gehad, ben ik de mening toegedaan dat ze beslist over afgestorven daphnia ’s moeten beschikken. Ik verloor namelijk meestal garnalen in de perioden waarin ik niet over dit voer beschikte, dus in strenge winters. Een oplossing is om in de zomer daphnia ’s in te vriezen, zodat ze het hele jaar beschikbaar zijn.

Wanneer de garnalen hun pantser afwerpen zie je langzaam de kleur verdwijnen doordat er lucht onder de huid komt. Soms zie je die als kleine belletjes opstijgen op het moment dat ze uit het pantser kruipen. De oude huid vind je altijd in zijn geheel terug en als je niet beter weet, zou je denken dat het een dode garnaal is. Ik laat de oude huid altijd liggen, want ze eten deze langzaam maar zeker op. De nieuwe huid is de eerste dagen nog week, reden waarom ze zich verschuilen.

Wanneer garnalen het in het aquarium naar hun zin hebben, is het mogelijk dat men plotseling een garnaal met een eierpakketje tussen de achterpoten ziet rondwandelen. Helaas heb ik nooit jonge garnalen gehad, om de eenvoudige reden dat ik ze niet kon uitvangen om ze in een kweekbak te zetten en ze daarin op te fokken.

Tot slot: garnalen, kreeften en krabben behoren tot dezelfde familie en van alle drie komen zoetwatersoorten voor. Men vindt ze in alle klimaatzones.