Sewellia lineolata

{flike}

Door: Roger Veltens, Bewerking: R. Hoofs, Bron: Het blad van A.V. de Minor, Maastricht

Dit grappige algenetertje is oorspronkelijk afkomstig uit Vietnam. Hier leven ze in snelstromende rivieren met kleine watervalletjes, waardoor het heldere water een hoog zuurstofgehalte bevat. Niettegenstaande zijn er al enkele succesvolle spontane en gerichte kweekjes met dit visje gemeld worden, zijn we toch hoofdzakelijk aangewezen op wildvangexemplaren voor ons aquarium.

De Sewellia lineolata is een vreedzaam visje dat niet agressief is tegenover zijn medebewoners, met uitzondering dan van de eigen soortgenoten. Ze zullen tegenover deze laatste wel territoriumgedrag vertonen, zonder dat er echter gewonden zullen vallen.

Je kan ze overal in je bak terugvinden. Het grootste deel van de dag kruipen ze over de bodem, zitten ze op de planten of zijn ze tegen het glas gekleefd, op zoek naar algen of ander voedsel. Echt zwemmen, doen ze niet, het heeft meer weg van zweven: met kleine schokjes gaan ze vooruit.

In een aquarium met weinig stroming gaan de visjes niet dood, maar echt naar hun zin hebben ze het er niet. We moeten dus zorgen voor waterbeweging: de visjes houden er immers van in sterk stromend water te zitten.

Een ander voordeel van veel stroming is, dat hierdoor het water met zuurstof verrijkt wordt, waardoor hun natuurlijk milieu best benaderd wordt.

Door de bak op een plaats met veel licht te zetten zal de kans op algengroei toenemen waardoor de diertjes hun basisvoedsel zo van de planten en de decoratie kunnen opnemen. Uiteraard moet er bijgevoederd worden: gemalen groenvoer, vlokkenvoer, voedertabletten en klein diepvriesvoer zoals Daphnia en Cyclops zullen ze gretig opeten. Je moet er wel opletten dat ze genoeg te eten krijgen, omdat de andere vissen zeker zullen proberen het eten voor hun ogen weg te kapen.

Een wekelijkse waterverversing van 1/3 van het water stellen ze zeker op prijs en bij een goede verzorging en goede leefomstandigheden kan zeker paringsgedrag waargenomen worden. Het mannetje, dat normaal territoriaal gedrag vertoont, wordt plots een stuk verdraagzamer en begint het vrouwtje zacht in de zij te porren. Als het vrouwtje paringsbereid is nemen ze elkaar bij de borstvinnen en zweven naar de oppervlakte, waarbij een of meerdere eitjes worden rondgestrooid. Wanneer je de visjes nu in een kweekbakje hebt zitten zorg je er voor dat er een stukje kunstgras op de bodem ligt. Hierin zullen de neerdwarrelende eitjes belanden. Dit stukje gras kan je dan uitspoelen in een ander kweekbakje. Op die manier kan je dagelijks tussen de 5 a 10 eitjes verzamelen.

Eitjes en pas uitgekomen jongen zijn erg klein. Het voedsel moet dan ook microscopisch klein zijn: infusie, maar ook superfijn gemixt voer dat je aan de ouders geeft voldoet hier. Na 1 week zijn de jongen ongeveer 3 mm groot en na 1 maand zijn ze al 1 cm. Het dagelijks afzetten van een paar eitjes is een goede aanpassing aan het natuurlijk milieu van deze visjes. Bij te dikke vrouwtjes wordt de stroomlijn zodanig verstoord dat ze zich niet zouden kunnen handhaven in het snel stromende water.

Je kan deze visjes in je gezelschapsbak houden, maar wat zou je er van denken ze onder te brengen in een nano-aquarium met een pompje met voldoende kracht.

Je zal er zeker geen spijt van krijgen!