Dieren in een tuinvijver

{flike}

Bron: Maandblad AV Minor, Maastricht
Door: Rik Vanhoenacker
Bewerking: R. Hoofd

Wanneer we het hebben over dieren in de vijver, dan denken we in de eerste plaats aan vissen. Pure aquarianen doen dat zeker. Allround natuurliefhebbers zien dit begrip veel ruimer en reserveren ook een plaats voor kikkers, salamanders, waterinsecten en de dorstige vogels en egels. Zo'n veelzijdige vijver biedt plaats aan een hele levensgemeenschap, zonder daarom de vijver te schaden, integendeel, het ene organisme vult het andere aan.

Voor de meeste vijverliefhebbers is een vijver zonder vissen geen echte vijver. Dat kan zo zijn als men een siervijver bezit. Zo'n siervijver is er trouwens voornamelijk voor de sier, heeft ecologisch minder nut en kan dan zowat alles bevatten: bruggetjes stenen ornamenten, plastic reigers, fonteinen, watervallen en allerlei soorten siervissen zoals goudvissen, Koi karpers, goudkarpers, oranda's, shubunkin's, enz. Van al het genoemde komt er in de Belgische natuur zo goed als niets voor. Vandaar dat ik de nadruk legde op "siervijver".

In een "natuurvijver" ziet het er anders uit. Daar probeert men binnen de eigen tuin een stukje inheemse natuur na te bootsen. Om dat tot stand te kunnen brengen moet men de inheemse natuur tamelijk goed kennen en dat is iets wat we van de meeste vijverbezitters niet kunnen zeggen. Het enige onnatuurlijke in een natuurvijver is de afdichting met folie, polyester of dergelijke, om het water te kunnen tegen te houden, Niet iedereen woont immers in een kleiputtengebied waar het water gewoon blijft staan. Al de rest is puur natuur, dat wil zeggen een planten- en dierengemeenschap die ook in de vrije natuur mogelijk zou zijn. Geen uitheemse planten en zeker geen uitheemse vissen of andere dieren. Ooit al eens een fontein en een stenen kikker gezien in de vrije natuur... nee? Dan weet je alvast waar ik naartoe wil.

Menig vijverbezitter hangt de één of andere keer aan mijn telefoon om raad te vragen bij groenwater-problemen, troebelwater problemen en in heel wat gevallen zijn dat personen die er in hun vijver een flink vissenbestand op na houden.

Soms laat ik mij overhalen om eens ter plaatse te gaan kijken en dan wordt alles opeens heel duidelijk. In de vijver zwemmen dan enkele tientallen flink uit de kluiten gewassen Koi karpers rond, terwijl de vijver eigenlijk maar groot genoeg is voor anderhalve Koi. Het begon met een mooi rood/wit gekleurd goudvisje, een zilveren, dan een goudachtige, totdat alle kleuren vertegenwoordigd waren, zo'n twintigtal. Nadien blijken die goudviskes dus Koi te zijn die tot 70-80 cm groot worden. Andere vijver bezitters zijn zich wel terdege bewust van de latere grootte van de aangeschafte vissen. Hun argument luidt: "ik zie toch zo graag Koi karpers". Wanneer ik dan ter plaatse ben stel ik vast dat je ze gewoon NIET ziet. Ze zitten er dus in om te garanderen dat het water steeds troebel en groen blijft, de bodem om te woelen, planten los te graven en de weke plantendelen op te eten. Ik weet dat ik met deze uitspraken me de woede van Koi fanaten op de hals kan halen, maar wees gerust. Ook ik vind het mooie dieren op voorwaarde dat men ze met gezond verstand gaat houden. Dat houdt in dat men niet meer Koi aanschaft dan de vijver aankan (1 Koi per kubieke meter water), ofwel dat men extra gaat filteren, dat heet dan "Koi op Aziatische wijze". In Azië zwemmen enkele Koi in een groot reservoir, dat meer op een zwembad lijkt dan op een vijver, met een reuzegroot filter. Een filter dat dan even groot blijkt te zijn dan de vijver waar wij een twintigtal Koi durven in onderbrengen. Een tweede vijver die dienst doet als moerasvijver, een biologische beek of een groot mechanisch filter, het kan allemaal nuttig zijn, ook in combinatie. Zorg echter steeds voor een evenwicht tussen voedselaanbod en voedsel behoefte. Veel vissen en veel bijvoeren zal ook een groot filterend vermogen eisen.

Indien we vissen willen onderbrengen in een natuurvijver, dan ziet het er heel wat anders uit. We kunnen slechts enkele, relatief kleurloze vissen uitzetten zoals voorns en windes, Dieren die zich niet vergrijpen aan het planten bestand en niet in de bodem woelen. Die vissen zijn niet echt nodig maar zorgen ervoor dat het muggenbestand binnen de perken blijft. Er wordt in zo'n vijver NOOIT bijgevoerd De vissen eten wat er in de vijver zwemt en de hoeveelheid vis blijft automatisch in verhouding tot het voedselaanbod. Kunstmatig bijvoederen zorgt voor een uit de hand lopende viskweek en een serieuze overbelasting van het water.

Het kan ook zonder vissen als we een amfibieënpoel inrichten waar kikkers en salamanders hun territorium kunnen uitbouwen. De plaatsen in de natuur waar deze dieren nog volop kunnen gedijen, worden steeds zeldzamer en een helpende hand kunnen ze best gebruiken.

Zorg voor ondiepe gedeelten rond de vijver (plaatsen waar nooit vissen kunnen komen), met een dichte beplanting en een langzaam glooiende oever, zodat de dieren gemakkelijk aan land kunnen gaan. Tussen die dichtbegroeide oever krioelt het van insecten, voedsel voor kikkers en padden. Dit is ook het territorium van de libel, ongetwijfeld één van de boeiendste verschijningen rond de vijver. Het ontbreken van vissen geeft ook de kans aan de libellelarfjes om zich massaal te vestigen.

Zet nooit uitheemse dieren in de vijver die een bedreiging kunnen vormen voor onze inlandse fauna. De veelvuldig aangeboden larfjes van brulkikkers bijvoorbeeld, zullen wel eens uw vijver ontvluchten om andere oorden te bezoeken. Zo kan het gebeuren dat uw brulkikker terecht komt in een beek vol groene kikkers, in een beschermd natuurgebied en zich daar te goed doet aan onze beschermde patrimonium. In Amerika is het al een plaag, laat het bij ons niet gebeuren, gebruik uw verstand en laat deze dieren in de handel zitten, dan worden ze ook niet meer ingevoerd. Elk dier in zijn biotoop is hier de leuze.

Plastic reigers worden in de vijvercentra verkocht om naast de vijver te plaatsen om de echte reigers weg te houden. Dat is een fabeltje. Daarvoor moet je de psychologie van de reiger eens nagaan. Mannetjesreigers vissen in hun territorium en worden wel eens bezocht door vrouwtjesreigers. De plasticreigers zijn mannetjes, want ze zijn feller gekleurd en daar kan men 10 euro meer voor vragen. De vrouwtjes worden eerder gelokt door dat (plastic) mannetje dat daar blijkbaar een goed visplaatsje heeft gevonden. Mannetjesreigers die overvliegen zouden eventueel afgeschrikt kunnen worden door de (plastic) reiger, mocht deze in aanvalshouding zijn territorium verdedigen, hals gestrekt, bek naar boven wijzend. De plastic reigers staan echter steeds naar beneden te turen. Je kan dit verhelpen door de hals met een gasbrandertje lichtjes te verwarmen en naar boven te plooien. Niet te warm laten worden, want anders verandert de reiger in een eend.

De beste manier om uw vissen te vrijwaren is ze een schuilplaats geven: een brug of steigertje dat net boven het water hangt, of enkele betonstenen met grote gaten die je op hun zijkant op de bodem stapelt. De vissen hangen dan net onder de brug of gaan in de stenen holen schuilen. Ze zijn er dus nog wel, maar de reiger ziet ze niet meer.

Succes