Vissenwind, scheet maakt haring welbespraakt

Bron: Maandblad van Xiphophorus, Oss

Haringen communiceren met elkaar door ’s nachts scheten te laten. Canadese biologen ontdekten de winden op geluidsopnamen en camerabeelden. Volgens de onderzoekers hebben de knetterende geluiden een sociale functie. Ook vissers kunnen baat hebben bij deze ontdekking.

Er borrelt iets eigenaardigs in de oceaan. Haringen hebben de gewoonte om, vooral ’s nachts, gasbelletjes uit hun anale opening te persen. Ze laten scheten, zoals dat heet, en flinke ook. Canadese zeebiologen ontdekten dit toen ze het gedrag van haringen bestudeerden met camera’s en microfoons. Volgens de onderzoekers hebben de scheten een sociale functie, maar wat de dieren er precies mee zeggen blijft een raadsel.

De haringscheten klonken als een levendig knetterend geluid, waarvan de duur en toonhoogte nogal konden verschillen. De frequentie van het geluid lag tussen de 1,5 en 22 kilohertz, grotendeels binnen het gehoorbereik van de mens. Gemiddeld duurde een haringwind 2,5 seconden, maar er waren ook uitschieters tot wel acht seconden. De onderzoekers noemen zelf de geluiden geen scheten, maar “fast repetitive ticks” – afgekort ‘FRT’, en dat lijkt wel weer erg op het Engelse woord fart.

De haringwinden ontstaan waarschijnlijk niet door gasvorming in het darmstelsel, denken de Canadezen. Pas gevoerde haringen lieten net zoveel winden als hun uitgehongerde soortgenoten. De biologen onderzochten bovendien of de vissen winden lieten uit angst. Maar toen ze de geur van een haai in hun zwemwater mengden bleef het aantal scheten opnieuw gelijk. De zeebiologen nemen aan dat de winden een sociale functie hebben en dienen als communicatiemiddel. Dat leiden ze af uit camerabeelden waarop ze zagen dat de vissen vooral winden lieten in het donker, als ze elkaar niet konden zien. Daarnaast nam het aantal winden per haring toe als hij meerdere soortgenoten om zich heen had. En ten slotte kunnen haringen zulke geluiden ook gewoon horen. Het geluid van de winden valt precies in hun gehoorbereik, terwijl de meeste andere vissoorten deze frequenties niet kunnen waarnemen. Bescherming tegen roofdieren bieden de winden niet. Zeezoogdieren die een harinkje op z’n tijd lusten, zoals walvissen en zeehonden, kunnen het geluid mogelijk wel horen. Van veel vissen is bekend dat ze allesbehalve zwijgend door het leven gaan. Sommige soorten gebruiken bijvoorbeeld extreem lage geluiden en trillingen om zichzelf aantrekkelijk te maken voor hun soortgenoten. Dit doen ze met een orgaan dat de zwemblaas heet, een ballon van bindweefsel die zich in hun buik bevindt. Door deze te laten opzwellen of leeglopen houden de vissen hun drijfvermogen in de hand. Maar wanneer ze hiermee geluid of luchtbellen produceren, komen die vrij uit de mond en niet, zoals bij haringen, uit het achterwerk. Toch gebruiken haringen hun zwemblaas, schrijft Ben Wilson, leider van de Canadezen, in het tijdschrift Biology Letters. Bij haringen staat de zwemblaas in verbinding met anus, zodat ze uitgeperste lucht naar hun achterste kunnen leiden. Het Canadese onderzoek toont volgens Wilson als eerste dat aan dat vissen geluid kunnen maken met hun achterwerk. Zeebiologen blij, en wellicht heeft ook de visserij wat aan deze ontdekking. Door met speciale geluidsapparatuur de zee af te speuren naar FRT’s, kunnen vissers misschien makkelijker scholen haring opsporen.