Cryptocoryne ciliata

{flike}

Door: Leon Vriens, AHV KEMPVIS VZW. Mede mogelijk gemaakt door Aquarianen Gent

Naam: Cryptocoryne Ciliata
Familie: Araceae
Nederlandse benaming: geen
Herkomst: Bijna geheel tropisch Azië, in het bijzonder in het kustgebied van Bangladesh, Birma, Borneo.
Samenvatting: Zuurgraad 7 tot 7.5 pH 
Hardheid: 6 tot 10° DH 
Temperatuur: 25° C

Deze grootste en meest verspreide Cryptocorynesoort wordt vooral gevonden in Mangrovemoerassen en langs de oevers van brakwatergebieden, doch niet op overschaduwde plaatsen. Het is ook beslist geen waterplant: de groei en ontwikkeling is het best op plaatsen waar de voet van de plant slechts zo nu en dan overspoeld wordt. De bladeren zijn lancetvormig tot lang-elliptisch en kunnen onder optimale omstandigheden 10 tot 35 cm lang worden. De breedte kan 4 tot 8 cm bedragen, in de vrije natuur echter wel 12 cm. Ze staan op vrij lange stelen die 0.5 cm dik kunnen worden. De bladkleur is licht tot middelgroen, terwijl een zware middennerf in het leerachtige blad geflankeerd wordt door een wisselend aantal onduidelijke zijnerven.

Uit het voorgaande is wel duidelijk gebleken dat we hier niet te maken hebben met een plant voor de lage aquaria. Zelfs bij een waterhoogte van 50 cm zullen we de groei, mede gezien de lage bladstelen, moeten beperken door de Cryptocoryne ciliata in een voedselarme bodem te zetten. Veelal zal het wel noodzakelijk zijn de lange bladstelen aan het oog te onttrekken door lager blijvende plantengroei. Wel is er een kleiner blijvende soort bekend, doch deze wordt tegenwoordig slechts zelden aangeboden. Tegen een donkere achter- of zijwand met enkele exemplaren gegroepeerd, is het echter een zeer bruikbare plant, die de hoeveelheid licht die we in het aquarium ter wille van andere soorten moeten geven, goed verdraagt. Dit laatste in tegenstelling met veel andere Cryptosoorten. Op sommige plaatsen groeit de Cryptocoryne ciliata in de natuur in hetzelfde gebied als de Cryptocoryne pontederiifolia. Deze soort leeft echter wel meer in ondergedoken toestand. De watersamenstelling mag, naast een pH van 7 tot 7.5, een hardheid hebben tussen 6 en 10° DH.

De vermeerdering vindt als regel plaats via uitlopers. De jonge planten ontstaan dan aan het eind van de uitlopers. Het komt echter ook vrij veel voor dat de jonge planten in de bladoksels ontstaan. De bloeiwijze zullen we in submerse cultuur zelden of nooit te zien krijgen. In een paludarium waarin de luchtvochtigheid hoog genoeg is, zullen we de in totaal vaak 35 cm lange bloeiwijze regelmatig zien. Soms kunnen we via importplanten kennis maken met de voor deze crypto's ongebruikelijke voortplanting via zaad. Er is dan een ronde, ca. 2.5 cm grote vrucht aanwezig waaruit de zaden naar de wateroppervlakte stijgen zodra de vrucht opengaat. Als dit zaad na enige tijd opengaat, komt er een compleet jong plantje uit, dat als het ware "opgevouwen" heeft gezeten. Het jonge plantje zakt daarna naar de bodem. Deze wonderlijke gang van zaken heeft de Cryptocoryne ciliata wel de bijnaam "levendbarende crypto" bezorgd.