Eichornia azurea of blauwe waterhyacint

{flike}

Bron: de site van Aquarianen Gent

De plant is reeds lang gekend, want in 1788 werd de plant beschreven als Ponderia azure. De plant behoort tot de familie Pontederiaceae. De huidige naamgeving is samengesteld uit Eichornia = naar de Pruisische eichorn en azurea = blauw. Nederlandse benaming: veelal kortweg "azurea". Andere benamingen zijn wenteltrap of blauwe waterhyacint. Helaas zijn ze in de handel heel slecht te verkrijgen.

De plant komt voort in tropisch en subtropisch Amerika. Merendeels groeit hij hier boven water met gesteelde ovale bladeren en trossen van prachtige lichtblauw-violette bloemen. Veelal wortelt de plant in de modderige bodem, doch men kan ze ook als drijfplant aantreffen. In de natuur zal het onderwatergedeelte, dat de aquariaan juist zo mooi vindt, afsterven.

De plant wordt gevormd door een stengel met beurtelings links en rechts mooie, lichtgroene bladeren. Deze kunnen bij gunstige voorwaarden zowat 25 cm lang worden en ongeveer 1 cm breed.

Het is een plant die zeer geschikt is als contrast met donkere achtergrond of nabij een groep van donkere planten. Hij is een nogal veeleisend zorgenkind doch we worden voor die zorgen ook ruimschoots beloond, als hij in volle pracht ons aquarium siert.

Veel licht is een absolute noodzaak daar anders de onderste bladeren zeker afsterven. Ook bij de behandeling van de planten dienen we voorzichtig te zijn. Vooral dienen we er zorg voor te dragen dat we de wat broze bladeren niet beschadigen (niet knikken), want dan sterft dit blad af. Bij het transport leggen we dan ook best de plant voorzichtig in water of in een plastic zak welke we vol lucht blazen.

Aan de bodem stelt de plant weinig eisen, maar een toevoeging van wat klei is zeer bevorderlijk voor de groei. De temperatuur mag schommelen tussen 22 en 35 graden Celsius. Wanneer de plant langs het wateroppervlak gaat groeien, vormt de plant enorme brede en ovale bladeren (zogenaamde lepelbladeren).

In dit stadium is het moeilijk de plant terug in zijn originele onderwatervorm te krijgen. Beter is in ieder geval te toppen voor de oppervlakte bereikt wordt. Wel is de emerse vorm bijzonder geschikt voor vochtige warme paludaria als de planten voldoende licht krijgen.

De eenvoudigste vermeerdering gebeurt door toppen. De top wordt terug in de bodem gedrukt en zal zich verder ontwikkelen. Op het oude stengeldeel zullen zich nieuwe scheuten vormen. Als ze ongeveer 7 cm groot zijn kunnen wij deze uitplanten. Boven water groeiende planten kan men vermenigvuldigen door deling van de wortelstok. Het is ongetwijfeld één van de gemakkelijkste, bloeiende soorten. De bloemen zijn lichtblauw met gele keelvlek.