Nieuwe watervlo(luis) in het Tjeukemeer

{flike}

Bron: De Telegraaf

Speciaal voor onze vlooienscheppers een bericht over een nieuwe stek.




Wat betreft het watervlooienbestand in het Friese Tjeukemeer leken er geen geheimen te bestaan. De biologen wisten niet beter dan dat er in het meer twee soorten watervlooien voorkwamen: de Daphnia cucullata en de grotere Daphnia galleata. In die situatie is verandering gekomen. De Utrechtse bioloog Piet Spaak heeft er namelijk een derde soort ontdekt die een kruising is van de twee eerder genoemde soorten. Bij zijn genetisch onderzoek aan de watervlooien in het Tjeukemeer maakte Piet Spaak gebruik van zogenoemde electroforese. Deze chemische techniek geeft informatie over de erfelijke aanleg. Wat betreft het kruisingsproduct van de twee oorspronkelijke Daphnia's bleek de “nieuwe” watervlo kleiner te zijn dan de D. galleata en zich sneller voort te planten dan de D. cucullata. Deze gunstige combinatie van eigenschappen zorgt ervoor dat de Daphnia cucugalea gedurende het grootste deel van het jaar de watervlooiengemeenschap in het Tjeukemeer domineert. Watervlooien planten zich meestal ongeslachtelijk voort. Alleen wanneer ze tengevolge van voedselgebrek, kou of te grote aantallen “gestresst” zijn, schakelen ze over op seksuele voortplanting. Dit is het geval op het einde van de lente als de voedselvoorraad afneemt en in de herfst wanneer het kouder en donkerder wordt. Uiteindelijk resulteren beide voortplantingsvormen in ontelbaar veel verschillende verschijnings- vormen van watervlooien.

Door het werk van Piet Spaak, die op 25 april 1994 aan de Universiteit Utrecht op watervlooienonderzoek promoveerde, weten we dat de hybride watervlo minder kans loopt opgegeten te worden door een vis. Een betrekkelijk gegeven, omdat een watervlo nauwelijks langer leeft dan twee weken en meestal al voor die tijd door een vis is verschalkt.