De Vuurgarnaal

Door: John de Lange

De wetenschappelijke naam luidt Neocaridina heteropoda var. Red. Neocaridina heteropoda is al van oorsprong zeer gevarieerd in kleur, maar door kweken heeft men een gele en een rode variant gecreëerd. De populaire benaming voor de rode variant is Red Cherry Garnaal, Red Fire Garnaal of Vuurgarnaal. Zowel de mannetjes als de vrouwtje worden circa 3 centimeter groot en leven ongeveer een jaar of twee. Ze stellen geen bijzondere eisen aan de huisvesting en de waterwaarden. Een aquarium met een 12 liter inhoud op een temperatuur van 15 tot 26 graden Celsius en waterwaarden met een pH 6,5 tot 7,8 en een hardheid minder dan 20 GH voldoen uitstekend. Gewoon kraanwater dus.

In de natuur is deze soort een alleseter. In het aquarium gaat de voorkeur uit naar het in de handel verkrijgbare speciaal voer voor garnalen, daarbij visvoer in vlokken, granulaat en censuur (het liefste met een plantaardig deel). Dode bladeren, fijngestampte erwten en gekookte bladeren van spinazie of voederbiet worden eveneens graag gegeten.

De Red Cherry Garnaal is al in kleine aquaria een dankbare bewoner. Als bodembedekking zijn zand, fijne kiezels of basaltsplinters geschikt. Als beplanting neemt men liever niet te grootbladige en hoge soorten. Mossen, die men ook kan opbinden, zijn veel geschikter. Een mooi vertakte wortel geeft het juiste accent. Om troebel water te voorkomen gebruikt men een motorfilter of een lucht aangedreven binnenfilter.

Door de beweging van het water wordt gelijktijdig voor het benodigde zuurstofgehalte gezorgd. Bij hoge zuigkracht dienen de aanzuigsteuntjes zo beveiligd te worden dat de kleine garnalen niet in het filter verdwijnen kunnen. In sommige regio´s dient men bij het verversen van het water aan het leidingwater een vloeibare waterverbeteraar toevoegen, om schadelijke zware metalen te binden. Een goede belichting is zinvol. Enerzijds garandeert ze een flinke plantengroei, anderzijds worden de kleuren van de garnalen daardoor ook sterker.

Wanneer we een kleine groep dwerggarnalen houden, zouden nakomelingen binnen enkele weken geboren moeten worden. Tenminste wanneer de overige levensomstandigheden juist zijn. De vrouwtjes lijken sterker te kleuren. Vooral wanneer ze onder het achterlijf eieren dragen is de kleur veel duidelijker dan bij het mannetje. De jongen ontwikkelen zich in de zekere bescherming van het vrouwtje in ongeveer drie weken, hetgeen mede bepaald wordt door de watertemperatuur. De moeder ondersteunt hun start in het leven als zij bij de jonge garnalen voorzichtig de achterste schrijdpootjes van de zwempootjes verwijdert. Een worp kan tot 50 jonge garnalen omvatten. Zij hebben allereerst zeer fijn voer nodig (in de handel is speciaal fokvoer verkrijgbaar), maar naarmate zij groter worden gaan zij over op de gebruikelijke voeding. Geslachtsrijp zijn ze al in de derde levensmaand. Voor de gezondheid zijn wisselende temperaturen bevorderend.

Dwerggarnalen kunnen met veel kleine vreedzame vissen samenleven. Ook enkele slakken kunnen geen kwaad. Het gemeenschappelijke houden met dwergkreeften van de Cambarellus familie dient te worden vermeden, daar deze kreeften de dwerggarnalen soms najagen. Kreeften van de Cherax familie gedragen zich volkomen onverschillig tegenover dwerggarnalen. Hier is het samenleven in een naar evenredigheid groot aquarium geen probleem.

Wanneer we de diertjes in ons aquarium willen uitzetten moeten we de volgende handelswijzen in acht nemen. De zakjes en/of plastic schalen minstens 30 minuten gesloten in het aquarium laten drijven, zodat de temperatuur zich kan aanpassen, daarna het zakje of schaaltje voorzichtig openen en de dieren met het water in een kleine emmer overgieten en langzaam ongeveer dezelfde hoeveelheid aquariumwater toevoegen, zodat de dieren langzaam aan de verschillende wateromstandigheden kunnen wennen. Na ongeveer 20 minuten brengt u de dieren voorzichtig uit de emmer over in het aquarium zonder het water uit de emmer.