Kweekt u ook slakken?

{flike}

Door: W. Morelis. Uit: Aqua Nieuws en Vrij en Blij

Met een slakkengang. Een slak heeft zijn eigen gang, van links naar rechts, van onder naar boven, over blaadjes en stenen, het kan hem niets schelen. Een slak heeft zijn eigen functie in de natuur en ik maak daar dankbaar gebruik van.

Er zijn twee soorten slakken die ik bruikbaar vind: de Appelslak (Ampularia) en de Poelslak (Limneastagnatis) ofwel Puntpoelslak. Deze dieren gebruik ik in de kweekbakjes waar jonge visjes in verblijven om het overgebleven voer op te ruimen. Dit heeft als voordeel: minder watervervuiling en minder vuil afhevelen voor mij. De Appelslak kan ook in het gezelschapsaquarium worden gehouden als hij als jong slakje is opgevoed met alg en dierlijk voedsel, want anders kan het gebeuren dat het u een plantje kost.

De Poelslak is van nature een planteneter, dus die kan men beter niet in de bak doen.

De Appelslak kan men zelf kweken door ze in een bak te doen van 60 x 30 x 30 cm met daarop een passende dekruit. De waterstand is de helft van de bakhoogte, het bovengedeelte is dan bestemd voor het afzetten van de eieren. Neem een vijftal dieren, doe deze in de bak en voer ze met gehakt, droogvoer, sla en dode vis, wat gretig wordt opgegeten. Houd de temperatuur op zo’n 25o C, zodat de bovenlucht vochtig is, maar niet zo dat het water op de ruiten staat. Dat kan men regelen met de dekruit. Het is zeker zo, dat er onverwacht eieren tegen de dekruit aan zitten. Zij leggen ze altijd als het donker is. Naar gelang de temperatuur, komen de eitjes na een paar weken uit en de slakjes vallen dan in het water. Als deze slakjes net uit het ei gekomen zijn, is hun huisje nog niet hard en de grote slakken walsen er overheen en de kleintjes worden gelijktijdig opgegeten. Maar er blijft er altijd een aantal over. Als men ze hetzelfde voert als de grote en af en toe een pijpje wit schoolkrijt geeft voor de kalkopbouw (een stukje sepia kan ook), zullen zij spoedig opgroeien. Jonge Appelslakken zijn verzot op blauwe algen. Men kan ze daarvoor inzetten met een flink aantal, maar men moet niet boos worden als ze een veldje sterren eerst nemen.

De Poelslak zit ook niet stil wat het opscharrelen van zijn kostje betreft, want hij Iust ook vrij veel. Deze kan men gemakkelijk kweken in een plastic bakje van 30 x 15 x 15 cm. Zet dit op een lichte plaats zodat er algenaanslag op het plastic komt, een takje Waterpest, af en toe wat droogvoer, een stukje krijt en ze zulIen spoedig afzetten. Dit doen zij door hun eitjes in sliertjes aan planten of zo tegen de ruit aan te plakken en komen na een paar weken uit. Als men de jonge slakjes wilt behouden, haal dan de oude dieren eruit, zodra ze eitjes hebben afgezet. Ze eten namelijk met smaak hun eieren weer op. De Poelslak heeft nog twee voordelen, namelijk hij is zeer goed bruikbaar als watermeter. Zodra het water niet goed is, zal hij het loodje Ieggen en is het raadzaam om direct water te verversen. Het tweede voordeel is, hij lust de door de kweker gevreesde zoetwaterpoliep. Dit diertje is in staat om jongbroed flink uit te dunnen door met zijn tentakels de visjes te vangen en uit te zuigen, dus zet ik de slak in. Dit is natuurlijker dan het medicijn dat wel vlugger zijn werk doet als de slak, maar niet alle jonge vissen kunnen tegen dit medicijn. Doe zo’n Poelslak nooit direct in je aquarium, maar zet hem eerst in een aparte bak voor ontsmetting (wormen). Bij voorkeur half slootwater en half Ieidingwater nemen en wen hem zo over aan het leidingwater.