Vissen voor in de siervijver

{flike}

Bron: Maandblad van Hugo Aqua, Heerhugowaard

De natuur begint alweer flink op te warmen en wellicht wilt u voor de zomer wat visjes in uw vijver plaatsen, maar welke visjes? Hieronder enkele voorbeelden

Bittervoorn (Rhodeus sericus)
Dit is een 6 tot 9 cm groot visje, dat het goed doet in de moerasvijver. Bittervoorns behoren tot de karperachtigen en kunnen in groepjes van 5 - 6 stuks worden gehouden. De Europese soort is beschermd en mag niet worden verhandeld. Het Chinese bittervoorntje wordt in Hong Kong massaal nagekweekt. In het leven van een bittervoorn is een zwanen- of zoetwatermossel onmisbaar. In het voorjaar ontwikkelt het wijfje een lange legbuis. In deze tijd is het mannetje al op zoek naar een geschikte mossel. Net zoals bij de stekelbaarsjes ondergaat het mannetje tijdens de paringsperiode een kleurverandering. De vinnen worden rood en de buik krijgt een gele kleur, terwijl op de kop witte knobbeltjes te voorschijn komen. Het wijfje gaat via de legbuis de eicellen loslaten in de ademopening van de mossel. Het mannetje gaat direct daarna zijn zaadcellen afzetten in de buurt van diezelfde mossel, juist bij de mondopening. Deze zaadcellen worden dan automatisch naar binnen gezogen. De mossel gaat nu voor de bevruchting zorgen. In de daarop volgende weken zullen de eitjes geen last hebben van zuurstofgebrek of andere vijverbewoners. Bij het verlaten van de mossel kunnen de jonge bittervoorns al zeer goed zwemmen.

Blauwe winde (Leuciscus)
Blauwe windes zijn slanke, gestroomlijnde koud watervissen, die al snel een lengte van 30 - 50 centimeter kunnen bereiken. Ze zwemmen in scholen en moeten daarom met minstens 5 exemplaren worden gehouden. Ze zijn zeer snel wendbaar, waardoor ze zelden ten prooi vallen aan katten en reigers. Ze zwemmen altijd boven in de vijver. Zelfs bij donker en koud weer zijn ze nog vrij actief. Ze eisen wel zuurstofrijk water. De blauwe winde is blauw gekleurd en aan de buikzijde grijskleurig. Ze zijn goed winterhard. Ze eten graag insecten, muggenlarven, muggen en wormen. Ze schrikken er niet voor terug om tot 30 centimeter uit het water te springen om hun prooi te vangen. Dit gebeurt vaak bij avond en windstil weer. Het plaatsen van een lichtbol op het water zorgt voor een echte springshow, omdat hier muggen naar toe komen, de lekkernij van blauwe windes. Ze zijn, net als de goudwinde, echter nogal schuw en schuchter. Ze zijn goedkoop en het zijn heel gemakkelijke vissen. Ze hebben wel één nadeel: ze kunnen slecht tegen medicatie. Houd hiermede dus rekening bij ziektebehandeling als je vijver is bevolkt met blauwe windes.

Elrits
Elritsen zijn een beetje de dwergvormen van onze goudwindes. Ze worden maximaal 8 centimeter groot. Het visje wordt wel niet echt oud, drie jaar, maar het kweekt wel ontzettend goed, zodat er altijd genoeg aanwezig zullen zijn. Soms zelfs te veel en dan moeten we maatregelen nemen. Een zonnebaars kan de oplossing bieden. Elritsen zijn echte scholenvissen en moeten daarom met 20 tot 40 stuks in de vijver worden uitgezet. Door hun grote aantallen zijn ze geschikt voor natuurvijvers.

Goudvoorn (Roselt)
De goudvoorn of roselt is een voornachtige vis met donker (diep)rode rug en licht rode buik. Hij kan 15 - 20 centimeter groot worden en doet het zowel in de moeras- als in de siervijver. De goudvoorn is volledig winterhard. Het zijn mooie vissen, die de vijver sierlijk opvullen wanneer ze in een school zwemmen. Echt een aan te raden vis!

Goudwinde (Leuciscus idus)
Goudwindes zijn wel de meest bekende siervissen in onze siervijver. Het zijn slanke, gestroomlijnde koudwatervissen, die thuis horen in een sierof moerasvijver. Ze hebben een afgeplatte kop en kunnen al snel een lengte van 30 - 50 centimeter bereiken en 25 jaar oud worden. Ze zwemmen in scholen en moeten daarom met minstens 5 exemplaren worden gehouden, want anders zijn het weinig geziene, haastige vissen. Ze zijn zeer snel wendbaar door hun gestroomlijnde lichaam en krachtige, korte staart, waardoor ze zelden ten prooi vallen aan katten, reigers en parasieten. Ze zwemmen altijd boven in de vijver. Zelfs bij donker en koud weer zijn ze nog vrij actief. Ze mogen zeker niet ontbreken in de siervijver, omdat ze ook andere vissen meelokken naar de bovenste waterlagen. Ze eisen wel zuurstofrijk water. Ze houden van een spetterende fontein, waterval en stromend water. De goudwinde is oranjekleurig en aan de buikzijde zilverachtig. Veelal hebben ze donker gekleurde vlekken op en rond de kop. Ze zijn goed winterhard en eten graag muggenlarven, muggen en wormen. Net als de blauwe variant kunnen ze tot wel 30 centimeter uit het water springen om hun prooi te vangen. Als je voor een lichtbol op het water zorgt, waardoor muggen worden aangetrokken, geven ook zij bij avond en stil weer een echte springshow weg om hun favoriete lekkernij te bemachtigen. Ook zij zijn nogal schuw en schuchter. Het zijn echter goedkope en makkelijke vissen, die echter slecht tegen medicatie kunnen.

Japanse Wakin
Deze 10 centimeter grote siervijvervis is de gewone ordinaire Japanse goudvis. Hij komt voor in de kleuren rood of rood met wit. Het zijn aangename vissen voor beginners en hun prijs is ook lager dan die van koi. Ze worden ingedeeld in drie groepen: wakin met 2-delige, 3-delige en 4-delige staart. De witte en grijze wakin met 2-delige staart worden als minderwaardig beschouwd. Alhoewel zijn naam begint met Japan, is hij toch afkomstig uit China.

Komeetstaart (Sarasa ‘Comet’)
Komeetstaarten behoren tot de goudvissen. Ze worden 10 tot 20 centimeter lang en zijn een aanwinst voor de siervijver. Het zijn slanke, smalle vissen met een enkelvoudige staartvin. Deze staart kan lang worden, waardoor de komeetstaart grote snelheden kan behalen. Ze zijn afkomstig uit Japan en stammen af van de goudvis. Ze hebben echter niet de eigenschappen van de goudvis als het op woelen en planten eten aankomt. Hij is zeer gemakkelijk te houden en winterhard. Tevens zijn deze vissen zeer beweeglijk. De komeetstaart is rood, de Sarasa-komeet is rood van kop tot staart en de onderkant is wit. De blauwe komeetstaart is een variëteit met een blauw, wisselend kleurpatroon.