Bekende en minder bekende Kongozalmen

{flike}

Gelezen in maandblad van Antoni van Leeuwenhoek, Assen

Op enkele uitzonderingen na zijn karperzalmpjes uit het stroomgebied van de Kongo vrijwel onbekend in de aquariumhobby. De bekendste is nog wel de Kongozalm, Phenacogrammus interruptus, die we vanwege zijn mooie kleuren nog wel eens in de winkel tegenkomen en ook bij liefhebbers aantreffen. Bij de huiskeuringen van de NBAT kom je steevast een aquarium met Kongozalmen tegen.

Naast deze bekendste soort worden nog twee andere met enige regelmaat aangeboden en gehouden. Dat zijn de Geeloogkongozalm, Brycinus longipinnis, en Arnoldichthys spilopterus die in het Nederlands als Roodoogkongozalm door het leven gaat.

 

De laatste jaren wordt het kwartet nog gecompleteerd door Alestopetersius caudalis, die ook wel Gele Kongozalm genoemd wordt. Alle vier zijn het prachtige vissen, die voor een wat groter aquarium prima geschikt zijn.

Daarbij worden de Geeloogkongozalm en de Roodoogkongozalm nog het grootst met respectievelijk 13 en 10 centimeter. Voor de “gewone” Kongozalm wordt een maximale lengte van 8 centimeter aangegeven. Maar ze kunnen onder ideale omstandigheden nog wel iets groter worden. De Gele Kongozalm blijft het kleinst en bij deze vis is het met 6 centimeter wel bekeken.

De laatste tijd duiken er bij gespecialiseerde zaken bij importen uit Afrika af en toe nieuwe soorten op. Ook deze hebben gemeen dat ze er prachtig uitzien en bovendien niet zo heel groot worden. De mooiste van deze nieuwe soorten zijn wel Alestopetersius brichardi, Alestopetersius nigropterus en Phenaco-grammus aurantiacus. Deze soorten zijn nog niet algemeen in de handel, maar met enig zoeken zullen ze wel te vinden zijn. Bij Utaka in Amersfoort zijn ze al gezien.

 

Alle Kongozalmen moeten in een ruim aquarium worden gehouden Het zijn scholenvissen en ze hebben een wat nerveus karakter. Zorg dus voor wat dekking en een donkere bodem. De watertemperatuur kan tussen 22–27° Celsius variëren. Voor de zuurgraad voldoet water met een pH van 6,5 – 7,5. Het water moet verder schoon en fris zijn; met enige regelmaat verversen dus...

Houd ze niet met al te kleine en timide visjes, want alle Kongozalmen zijn vrij actieve vissen. Ze eten eigenlijk alles wel en dat ook graag en veel. Denk daarbij vooral ook aan levend voer.

Kweken is met alle Kongozalmen mogelijk, maar hoe “wilder” de soort nog is, hoe moeilijker. Het komt dan ook erg op de waterkwaliteit aan; het water moet heel zacht en licht zuur tot vrij zuur zijn. En je moet de vissen wijs maken dat het “die tijd van het jaar” weer is, om ze aan het afzetten te krijgen. Maar als dat lukt, kunnen ze vrij productief zijn.