Reptielen, amfibiën, insecten

Ambyfitoma tigrinum, de tijgersalamander

{flike}

Door: Roger Veltens
Bewerking: R. Hoofs
Bron: Maandblad van Minor, Maastricht

De tijgersalamander is wijd verbreid in specifieke biotopen in Zuid Canada (in Alberta, Brits Columbia en Saskatchewan) en in het Westen van de USA.

De tijgersalamander is een grote opvallende soort. Hij heeft een grote kop, kleine oogjes, een grote muil en een rolronde staart. Volwassen dieren meten tussen de 14 en 22 cm en er zijn al exemplaren van wel 30 cm aangetroffen. Er bestaan verschillende ondersoorten met verschillende patronen van meestal zwart en geel. Met vlekken maar sommige ook met “tijger-strepen”.

Als volwassen dier leeft de tijgersalamander vooral op het land. Na de winter trekken ze naar het zoet water om te paren. De vrouwtjes kunnen per seizoen tot 7.000 eitjes leggen. Zoals gebruikelijk bij salamanders groeien de larfjes op in het water waar ze op kleine waterdiertjes jagen. De larfjes zijn tussen 8 en 38 mm lang en hebben zoals de volwassen dieren eveneens een grote kop. De kieuwen van de larfjes zijn daarbij langer dan de koplengte. De larfjes komen uit na 2 tot 3 weken en beginnen hun metamorfose en verlaten het water na 3 tot 4 maand tijdens de veelvuldige herfstregens.

In Brits Columbia kan je de dieren vinden van een hoogte van 300 m. op de bodem van de valleien tot op 1.250 m. in gebieden met voldoende grasland.

De volwassen dieren worden meestal alleen opgemerkt wanneer ze zich over land verplaatsen en in de buurt van de vijvers waar ze zich voortplanten. Ze brengen het grootste deel van hun leven door in ondergrondse schuilplaatsen zoals oude holen van muizen en grondeekhoorns. Het is zelfs zo dat hun verspreiding sterk gekoppeld is aan de verspreiding van deze grondeekhoorns. Holen van knaagdieren zijn dan ook de ideale schuilplaats voor de tijgersalamander, omdat ze daar voldoende prooidieren vinden en ideaal zijn om erin te overwinteren. Maar je kan de tijgersalamander ook terugvinden in houtbermen en onder afgevallen bladeren. Deze schuilplaatsen gebruiken ze meestal overdag en voor korte periodes tijdens de paartijd. En je kan ze er ook aantreffen tijdens de periode dat de jongen uitzwermen en er een tekort aan betere veilige plaatsen is.

Er is weinig bekend over hun zoektochten naar voedsel boven- of ondergronds. Waarschijnlijk zoeken ze hun maaltijd die bestaat uit ongewervelden, insecten, spinachtigen, kreeftachtige en duizendpoten in grotten en holen onder de grond. Bij gelegenheid zullen ze er ook niet voor terugdeinzen kleine gewervelden op te peuzelen.

Zoals bij vele amfibieën is ook deze soort gebonden aan een specifieke" locatie. Ze zullen wel verschillende plaatsen opzoeken om zich voort te planten als een eerder benutte plaats te droog is en er een betere plaats in de nabijheid gevonden wordt. Maar de meerderheid van de dieren zullen toch naar hun geboortegrond terugkeren. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat slechts een 20% naar een nieuwe locatie zal migreren.

En kan je deze dieren nu ook in een terrarium houden? De volwassen, grote exemplaren moeten in grote bakken worden gehouden. Aangezien tijgersalamanders houden van veel graven, moet de bodemstructuur redelijk fijn zijn zodat het gemakkelijk doorgespit kan worden. De tijgersalamanders geven de voorkeur aan een zeer vochtige omgeving, maar er moeten ook drogere plaatsen aanwezig zijn. Voortplanting in het terrarium kan alleen succesvol zijn, bij een hoge waterspiegel. Kortom, in gevangenschap plant dit dier zich zeer zelden succesvol voort. Het grootste succes wordt geboekt wanneer de dieren in een groot buitenterrarium zitten, waar de regenval voor een natuurlijke stijging van het waterniveau kan zorgen.